Kristof Hannosset (39) en zijn broer Franky (37) namen begin 2018 het fruitbedrijf van hun ouders in het Limburgse Zepperen over. Wateropslag was voor Kristof van bij het begin een groot aandachtspunt. "We streven een duurzaam watergebruik na, maar de aanhoudende droogte maakt het ons niet makkelijk."

Fruitbedrijf Hannosset werd groot met de aardbeientak (5 ha) en evolueerde daarin van vollegrondsteelt naar de teelt onder glas en op substraat (kappen met stellingen en openluchtstellingen). Het beschikt ook over een trayveld voor opkweek van jonge aardbeienplantjes (1,2 ha)."De vollegrondsteelt maakte plaats voor een kersenteelt met overkapping (12 ha). Daarna gingen we ook peren (16 ha) en blauwbessen  (1 ha) telen'; vertelt Kristof. "We denken eraan om de perentak wat af te bouwen en iets meer aardbeien en ook wat bakpruimen te telen. Misschien, ruilen we de blauwbessenteelt ook in voor een uitbreiding van het aardbeitrayveld:' Na zijn studies deed Kristof ervaring op bij een groot Zwitsers fruitbedrijf en in Nederland bij een potgrondleverancier en plantenkwekerij. In 2017 vroegen Kristof en Franky bij het VLIF overnamesteun aan, waarna ze de landbouwvennootschap Hannosset Fruit oprichtten en het bedrijf overnamen. "We werken met drie Polen en een Indiër als vaste medewerkers, in het topseizoen aangevuld met 50 à 70 seizoenarbeiders, vooral Polen. Dat loopt goed en vaak springen mijn ouders ook nog bij”: vervolgt Kristof." Ons fruit zetten we af via veiling BFV en we hebben ook een kleine thuisverkoop aan particulieren, onder meer via een automaat."

Uitgebreide wateropvang

Kristof en Franky voorzien hun planten via druppelpennen van voldoende water. Ze vangen al het regenwater van de daken van hun serres (2,5 ha) en containervelden op en hergebruiken dat. "Bij de bouw van onze eerste serre in 1990 legden we een waterbassin van 7 miljoen liter aan, waarin we het hemelwater opvingen. Toen de kappen erbij kwamen, voorzagen we ook een waterput. Ten tijde van MAP 5 zaten we op een rood punt, omdat we van ons oude trayveld te weinig stikstof opvingen. Bij de aanleg van ons nieuwe trayveld investeerden we fors in een vernieuwde wateropvang met een gesloten circuit, waarbij het regen- én drainwater in het bassin terechtkomt. Het drainwater ontsmetten we eerst met peroxide om schimmels, bacteriën en virussen af te doden, waarna het water in drie silo's wordt gepompt - respectievelijk voor ontsmet drain­ water, de blauwbessen en dagvoorraad (bij problemen met de aanzuig van vij­ verwater) - en nog eens wordt ontsmet voor we het gebruiken in de teelt. Probleem is dat het bassin door de langdurige droogte vooral gevuld is met drainwater met een heel hoog zoutgehalte, met elementen als stikstof, boor en kalium die je liever niet te veel terugziet in. je planten. Op basis van regelmatige staalnames van het water die door het geaccrediteerd laboratorium Eurofins Agro worden onderzocht, maakt het Proefcentrum Hoogstraten dan een nieuw voedingsrecept aan, waarmee we een betere formule hebben. om onze planten te boosten. Door de droogte moeten we dus meer wateranalyses laten uitvoeren. We zijn geen fan van putwater, want dat bevat elementen als silicium en hoge bicarbonaten (pH-verhoging). die we ook liever niet in onze teelt hebben. Voor peren gebruiken we dat wel, maar niet voor de aardbeien. Ons drainwaterbassin, dat we in 2012 lieten aanleggen, heeft een capaciteit van 13 miljoen liter. Daar teren we nu het meest op, want ons bassin van 7 miljoen liter - waar onze oude serres op draaien - is zo goed als leeg. Via een pomp kunnen we wel water van het drainwaterbassin in onze nieuwe serre, die we dit jaar bouwden, overpompen naar het andere bassin:'

Innoveren in water

Kristof stelt dat het goed zou zijn als de overheid de VLI F-steun voor waterbuffering en -opslag kan verhogen. "Zeker voor jonge ondernemers betekent dat een zware investering. Grondwater gebruiken we enkel als de nood echt hoog is, zoals nu. Het is al van juni geleden dat we hier nog een fatsoenlijke regenbui hebben gehad. We hebben een omgekeerde osmose, die we al jaren niet meer gebruiken. Hopelijk hoeven we die noodoplossing niet aan te spreken. Ik zie nog innovatiemogelijkheden in overlopend water. Een omgekeerde pomp zou proper hemelwater (mits filtraties) terug de bodem kunnen instuwen. In de toekomst willen we ons nog verder specialiseren en energiezuiniger werken door in te zetten op hernieuwbare energiebronnen.”

Bron: Boer&Tuinder, Jan Van Bavel © Boerenbond

VLIF-en NPI-steun

De Vlaamse overheid voorziet 30% VLIF-steun voor wateropslagen/of -buffering. Voorbeelden zijn de aanleg van een infiltratiebekken bij wateropslag, waterreservoirs voor regenwater­ opvang, afdekzeilen of -systemen hiervoor, druppelbevloeiing, opslag van spui- en drain­ water, opvang en hergebruik van condenswater van een wkk ... Verder is er ook niet-productieve investeringssteun, zoals 50% voor water­ opslag voor regenwater. •

Info: www.lv.vlaanderen.be (doorklikken op Subsidies> VLIF-steun > VLIF-investeringssteun voor land- en tuinbouwers > Steunvorm en -omvang op de subsidiabele investeringen OF Niet-productieve investeringssteun > Specifieke voorwaarden voor niet-productieve investeringen