Oost-Vlaanderen rolt een meetnetwerk uit om constant het waterpeil te kennen van de waterlopen. Het provinciebestuur heeft 1.650 km waterlopen in zijn beheer. "Als we de gegevens van de toestelletjes doorgestuurd krijgen, kunnen we heel snel de juiste maatregelen nemen tegen wateroverlast of bij extreme droogte", zo luidt het. Over twee jaar moet het systeem volledig werken.
1.650 km waterlopen controleren kan je niet volledig manueel doen. Dus rolt de provincie Oost-Vlaanderen nu een netwerk van 200 meettoestellen uit, omdat het heel belangrijk is om constant het waterpeil te kennen. De toestellen meten het waterpeil met een ultrasone sensor, die om het kwartier het waterpeil doorgeeft. "Die gegevens komen op een platform terecht waarop we in real time de evolutie kunnen zien bij regenval of extreme droogte", zegt Marie-Paule De Poorter, ingenieur bij de provincie Oost-Vlaanderen. "Zo kunnen we veel sneller zien wanneer en hoe we best ingrijpen."
Eenvoudige en goedkope toestelletje
De provincie heeft nu 30 meettoestellen, maar kan makkelijk naar 200 gaan, omdat het goedkope meters zijn. "En ze zijn ook eenvoudig", zegt Marie-Paule De Poorter, ingenieur en diensthoofd Integraal Waterbeleid. "De sensor die erin zit, werkt op identiek dezelfde manier als een sensor in een auto. Die piept als je te dicht bij een ander voertuig of een voetganger komt. Onze toestelletjes piepen niet maar geven signalen door. Een ultrasone sensor stuurt een geluidssignaaltje dat botst op het waterniveau en keert dan terug naar de sensor. De reistijd die dat signaal aflegt is een maat voor de afstand tussen de sensor en het waterpeil. die afstandsmaat wordt naar ons platform gestuurd, en zo weten we hoe hoog of hoe laag het water staat."
Foto: Meettoestel waterpeil waterlopen
"Alleen als we veel informatie hebben over hoe hoog of laag een beek of rivier staat, kunnen we de juiste maatregelen nemen", zegt Marie-Paule. "Bij wateroverlast bijvoorbeeld kunnen we de overstromingsgebieden beter aansturen. Die gebieden houden overtollig water op, zodat er geen wateroverlast komt. Door de metingen kunnen we beslissen om een overstromingsgebied sneller te laten leeglopen of te laten vollopen. Zo kunnen we beter wateroverlast voorkomen. Als het heel droog is kunnen we dan weer waterbesparende maatregelen nemen. Als het bijvoorbeeld lang niet geregend heeft, kunnen we stuwtjes optrekken, die het water langer in de beek houden. Met al die gegevens kunnen we ook de gouverneur beter adviseren. Met de 30 meettoestelletjes die we al hadden, konden we afgelopen zomer aangeven waar een captatieverbod nodig was, en waar niet."
Alle data zullen meteen te vinden zijn op deze website. Daarop vind je alle watergegevens over alle waterlopen in heel Vlaanderen. Dat kan interessant zijn voor wie langs een beek of rivier woont.
Bron: VRT NWS
Met de steun van
Het project ‘In kaart brengen van de waterbeschikbaarheid voor de Oost-Vlaamse land- en tuinbouwsector’ komt tot stand dank zij de steun van Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.