In de pluimveesector bestaat 20% van het verbruik uit leidingwater. De rest is voornamelijk grondwater, slechts enkele procenten worden gewonnen uit de opvang van hemelwater, oppervlaktewater of ander water zoals recuperatiewater (bron: Departement Landbouw & Visserij).
De inzetbaarheid van alternatieve waterbronnen is afhankelijk van de beschikbaarheid ervan in uw omgeving, maar ook van de vereiste kwaliteit van het water per toepassing.
De kwaliteit van het gebruikte water moet voldoen aan de normen opgelegd in de lastenboeken voor pluimveehouders.
Hemelwater en oppervlaktewater kunnen mogelijk in aanmerking komen. Dit zou kunnen gebruikt worden voor verschillende toepassingen:.
- Reinigen van machines;
- Reinigen van de stallen;
- Het drinken voor de kippen, mits extra ontsmetting.
Alternatieve waterbronnen worden vaak gekenmerkt door een verhoogde bacteriologische belasting, zeker in de zomer. Een goede opvolging van de waterkwaliteit is aangewezen. Bij een verhoogde besmettingsgraad kan een behandeling van het water, zoals ontsmetten, noodzakelijk zijn.
Echter, de jaarlijkse hoeveelheid neerslag die op de daken van een stal valt, is onvoldoende om aan het volledige waterverbruik van de stal te voldoen. Bovendien valt de neerslag niet gelijkmatig verdeeld over het jaar en is de waterbehoefte in een pluimveestal heel variabel: laag in het begin, maar meer dan 20 keer hoger op het einde van de ronde met een piekverbruik tijdens het reinigen van de stal. Regenwater hergebruiken vraagt daarom een grote opslagcapaciteit en ook een tweede waterbron voorzien is nodig (bron: Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw, 2021)
Inagro heeft www.watertool.be ontwikkeld, deze helpt u bij de keuze van de meest geschikte waterbehandeling. Aan de hand van een wateranalyse kunt u kijken welke behandelingstechniek(en) er nodig zijn. U vindt ook meer informatie terug over de verschillende parameters en de technieken.
Volgende tabel geeft het verband tussen de alternatieve waterbronnen en de inzetbaarheid ervan vanuit milieutechnisch en ecologische oogpunt voor toepassingen in de pluimveehouderij, volgens de huidige stand van zaken met betrekking tot onderzoek en praktijkervaring.
Tabel: voorbeelden van alternatieve waterbronnen in de pluimveehouderij
Processtap |
(Ondiep) grondwater |
Hemelwater |
Oppervlaktewater |
Recuperatiewater |
|
|
|
|
|
Drinkwater |
J/Nb |
J/Nb,c |
N |
N |
Reinigingswater voor stallen |
J |
J/Nb |
N |
N |
Reinigingswater voor machines |
N |
J |
J |
Jd |
Spoelwater voor ontijzering en ontkalking |
J |
J |
N |
N |
Bron: Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de veeteeltsector, VITO 2006 en praktijkervaring van de dienst landbouw van de provincie Oost-Vlaanderen 2011)a.
- A: ‘J’ betekent dat de waterbron kan worden ingezet in de overeenkomstige processtap. ’N’ betekent dat de waterbron vanuit milieutechnisch en ecologisch oogpunt niet kan worden ingezet voor de overeenkomstige stap.
- B: Voor zover toegelaten door de geldende kwaliteitseisen en voldaan aan de kwaliteitsnormen.
- C: Anno 2005 zijn er enkele bedrijven die drinkwater inzetten onder strikt hygiënische voorwaarden. Een regelmatige controle van de kwaliteit is aangewezen.
- D: Indien voorhanden: bijvoorbeeld effluent van een percolatierietveld.
Het gebruik van hemelwater als drinkwater voor pluimvee is vandaag geen evidentie en vraagt nog bijkomend onderzoek:
- Een te lange stockage van het hemelwater kan leiden tot een verhoogd risico op nitrietvergiftiging. Een te lange stilstand van het opgevangen water moet dus vermeden worden.
- Een bacteriologische belasting van het hemelwater kan een aanleiding zijn voor besmetting in de leidingen.
Om de kwaliteit van het water te verzekeren is in de praktijk een vorm van ontsmetting noodzakelijk.
(bron: lv.vlaanderen.be: Praktijkgids Water in de land- en tuinbouw )