Op deze pagina:
De open put is een uitgegraven vijver zonder folie en wordt beschouwd als grondwaterwinning aangezien er geen fysieke barrière is tussen grondwater en opgevangen hemelwater.
Het is natuurlijk de bedoeling dat er voldoende water beschikbaar is in de open put. Daarvoor moet de open put voldoende gevuld raken doorheen het jaar. Het is onwenselijk dat bij lage grondwaterstanden de waterstand in de open put laag zal zijn, of dat de open put zelfs in droge perioden vlug droogvalt. De bodemtextuur en het bodemtype spelen hierbij een grote rol. Natte gronden zijn interessant om voldoende water te kunnen opsparen gedurende de winterperiode. Met kleigronden of kleiige ondergronden is de doorlaatbaarheid van de bodem van de open put zeer laag, waardoor het water minder snel wegloopt, maar ook dat de put minder snel bijgevuld wordt met grondwater. Zand en lemig zand hebben dan weer als voordeel dat een open put bij voldoende aanvulling met hemelwater zelfs als infiltratiebekken gebruikt kan worden en dat de bodem rond de open put deels als extra waterbuffer voor hemelwater gebruikt kan worden. Op die manier kan meer water gestockeerd worden dan de inhoud van de open put zelf.
Let wel op: hemelwater opgevangen in een open put wordt door de wetgever als een grondwaterwinning beschouwd. Hiervoor heeft u een omgevingsvergunning nodig en het opgepompte debiet moet door een teller gemeten worden. Bij de wateraangifte aan de Vlaamse Milieumaatschappij mag evenwel 800 l/m² verharding die afstroomt naar de open put afgetrokken worden van de gemeten hoeveelheid. Op die manier hoeft u dan ook geen grondwaterheffing te betalen op het gedeelte hemelwater dat opgevangen wordt in de open put. Dit gaat echter alleen om niet-verontreinigd hemelwater, zoals water van daken, serres e.d. Hemelwater afkomstig van een opslag van gewassen of mest, of van parking of een vervuilde binnenkoer komt niet in aanmerking.
Aanleg
Over de aanleg van een open put kunnen we kort zijn. De belangrijkste werkzaamheden zijn de graafwerken en de eigenlijke afwerking van de open put.
Om een open put te verwezenlijken, zijn uiteraard graafwerken nodig. Hierbij komt uitgegraven bodem vrij en is er grondverzet. In het kader van VLAREBO (Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming) wordt onderscheid gemaakt naargelang de manier waarop de uitgegraven bodem verder gebruikt wordt: als bodem, als bouwstof, in grondreinigingscentrum gereinigd. Op land- en tuinbouwbedrijven wordt de uitgegraven bodem meestal terug als bodem gebruikt. Dit mag enkel als de bodem van een goede milieuhygiënische kwaliteit is en dus aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Om dit aan te tonen zijn bodembemonsteringen door een erkende bodemsaneringsdeskundige en bodemanalyses in een erkend laboratorium nodig. Op basis van de analyseresultaten maakt de erkende deskundige het technisch verslag op. Bij afvoer van de uitgegraven bodem kan eventueel op de plaats van bestemming, afhankelijk van de kwaliteit van de aangevoerde uitgegraven bodem, een studie van de ontvangende grondig noodzakelijk zijn. De aanleg van een open put blijft niet beperkt tot het uitgraven. Aanvoerleidingen, een overloop en een aanzuig voor de pompinstallatie dienen voorzien te worden. Bij een open put worden meestal geen dijken (taluds) geplaatst. Wanneer wel dijken geplaatst worden, moet de bodemsoort voldoende zwaar zijn (zeer lage infiltratiesnelheid), om doorsijpelen van water te vermijden. Dit is op veel plaatsen (bv. op zandgrond) niet het geval. Daarom blijft een open put in de meeste gevallen volledig onder het maaiveld. Bomen of ander groen worden vaak rond open putten aangeplant. Hierdoor wordt de put vaak beter geïntegreerd in het landschap, maar dit heeft wel als nadeel dat bladval de waterkwaliteit doorgaans negatief beïnvloedt. Ook uitwerpselen van eenden, vissen, enz. kunnen voor vervuiling van het water zorgen. Daarnaast kan in een open put ook algenbloei optreden door de aanwezigheid van nutriënten.
Voor de aanleg van een open put is een omgevingsvergunning nodig, aangezien er grond verzet wordt. Bij uitgraving van grond van >250 m3 naar een ander perceel is tevens het bodemdecreet van toepassing. Alle informatie is terug te vinden via 'Gebruik van bodemmaterialen (grondverzet)'. Voor meer informatie kunt u ook terecht bij uw gemeente.
Kostprijs en benodigde ruimte
De kostprijs voor het aanleggen van een open put bedraagt meer dan alleen het uitgraven van de bodem. Onder meer het opstellen van het technisch verslag door een erkend bodemsaneringsdeskundige kan, o.a. omwille van hoge bemonsterings- en bodemanalysekosten, al snel € 1.000 kosten. Het afwerken van de open put met vb. keien zorgt eveneens voor extra kosten. De benodigde ruimte voor een open put is anders dan voor een foliebassin of een plaatstalen silo. De waterhoogte in een open put is lager dan in een foliebassin of een watersilo. Een open put steekt meestal niet uit boven het maaiveld en het water in de put zakt weg in functie van de diepte van het omringende grondwater en de doorlaatbaarheid van de bodem. Daartegenover staat wel dat niet enkel de put zelf, maar ook de omringende bodem water kan bergen. Bij aanvoer van hemelwater in de open put kan zo een hemelwaterbel rond de open put gecreëerd worden. Dit zorgt uiteindelijk voor meer beregeningscapaciteit dan de netto-inhoud van de open put zelf. Algemene regels zijn hier echter niet te geven, omdat die van meerdere factoren, zoals bodemsoort en grondwaterstand.