
Foto: bufferbekken voor landbouwers in Staden (bron: Francesco Vanderjeugd)
In verschillende provincies zijn bufferbekkens waaruit water gecapteerd kan worden door landbouwers. Het verschil met een gewone wateropslag is dat er bij een spaar- of bufferbekken een verbinding moet zij moet een nabijgelegen waterloop. Spaar- en bufferbekkens komen nog niet voor als opslagsysteem. Er is niet-productieve investeringssteun met een steunintensiteit van 75% beschikbaar voor de aanleg van een spaar- of bufferbekken. Met deze steun wil de Vlaamse overheid de landbouwer nog meer stimuleren om te investeren in het landschap, milieu of biodiversiteit.
Er gelden enkele voorwaarden voor de niet-productie investeringssteun van een spaar- en bufferbekken:
- Een buffer- en spaarbekken is een waterbassin met dubbele functie. De put staat in verbinding met een nabijgelegen waterloop en fungeert als spaarreservoir voor wateropslag en waterbuffer tegen wateroverlast.
- Een waterbassin is een uitgegraven vijver met aarden wallen, zonder of met waterdichte folie.
- Het bekken is in hoofdzaak bedoeld voor de opvang van hemelwater of water uit het eigen grachtensysteem.
- Onttrekking van grondwater of water uit de ingedeelde waterlopen is niet toegelaten.
- Het bekken wordt ecologisch ingericht:
- Minder steile oeverranden waarbij de minst steile oever bij voorkeur aan noordwestelijke zijde ligt.
- Gevarieerd aanbod aan onder andere inheemse oever- en waterplanten, grasrand, bomen en struiken.
- Als het gaat om een bekken met folie wordt een laag vijverbodem aangebracht.
- Er wordt een teeltvrije zone voorzien van minstens 1 m rond het buffer- en spaarbekken.
- Er worden geen gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen gebruikt op de teeltvrije zone en de ecologisch ingerichte oeverrand (bron: Belgisch Staatsblad).
Op volgende site is meer informatie te vinden over niet-productieve investeringssteun.