Het verder reduceren van sporen van gewasbeschermingsmiddelen in de waterlopen blijft een belangrijk doel voor de land- en tuinbouw. Aan de hand van een telersenquête hebben we geprobeerd het risico van puntvervuiling voor teelten onder bescherming in te schatten. Over het algemeen doen de serretelers het goed en lijkt het risico beperkt. Wanneer we samen met de telers op zoek gaan naar mogelijke risico’s, zou vooral het niet correct vullen en reinigen van het spuittoestel een probleem kunnen zijn. Een vul- en spoelplaats op maat van serreteelten kan hier helpen.
Bevraging naar mogelijke risico’s
De Europese kaderrichtlijn Water stelt dat het oppervlaktewater van een goede kwaliteit moet zijn. Ondanks de vele inspanningen van de land- en tuinbouw, detecteert de VMM nog gewasbeschermingsmiddelen in de waterlopen in normoverschrijdende concentraties. Uit onderzoek weten we dat puntvervuilingen een belangrijke oorzaak hiervan kunnen zijn. Bij de monitoring door de VMM worden normoverschrijdende concentraties teruggevonden van gewasbeschermingsmiddelen die zowel gebruikt worden in overdekte teelten als in openluchtteelten. Aangezien het vaak niet duidelijk is waar de oorsprong van deze middelen ligt, kunnen ze ook vanuit de overdekte teelten afkomstig zijn.
Om meer kennis te vergaren over mogelijke risico’s van puntvervuiling in de glastuinbouw werd een bevraging uitgevoerd bij serretelers. Hierdoor kunnen we de risico’s in kaart brengen, gericht inzetten op sensibilisering en sectorgerichte oplossingen uitdenken. De bevraging werd uitgevoerd in de zomer van 2023 bij 12 bladgroentetelers en 12 vruchtgroentetelers door onderzoekers van het Proefstation voor de Groenteteelt en Viaverda. Dit gebeurde aan de hand van een vijftigtal vragen die opgesteld werden in samenspraak met het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.
Risico’s in glastuinbouw beperkt
Uit de bevraging blijkt dat glasgroentetelers de kans op puntvervuiling vanuit hun serres beperkt inschatten. Zo geven alle telers aan dat er zeer weinig resten spuitvloeistof zijn na het spuiten. Dat verwondert niet, vermits het merendeel van de telers met een gerobotiseerde spuitmachine werkt die zeer constant en exact spuitvloeistof kan verspuiten. Daarnaast hebben de telers goede kennis van de afmetingen van hun serres. Als er toch resten zijn, worden die, al dan niet verdund, uitgespoten over het gewas. Resten worden soms ook simpelweg in de tank gelaten om aan te vullen bij een volgende bespuiting. Tomaten- en paprikatelers gaven ook aan dat ze slechts zeer sporadisch moeten behandelen met chemische gewasbeschermingsmiddelen, wat de risico’s ook beperkt. De telers voeren ook hun lege verpakkingen van gewasbescherminsgmiddelen correct af.
Wanneer er samen met de telers nagedacht werd wat bronnen van puntvervuiling in de glastuinbouw kunnen zijn, kwamen er een aantal mogelijke pistes boven. Zo kan het vullen of reinigen van een spuitmachine op verhard terrein met mogelijkheid tot wegspoelen naar een afvoerputje, een bron van puntvervuiling zijn. Zeker wanneer dit afvoerputje naar een gracht loopt. Daarnaast vormt ook het morsen met gewasbeschermingsmiddelen of spuitoplossing een risico. Zeker wanneer dit niet opgeruimd wordt met absorberend materiaal (zand, schavelingen, bentoniet, papier) dat dan afgevoerd wordt via AgriRecover. Als vermorsingen worden opgekuist met een schrobzuigmachine, moet dit kuiswater ook op de juiste manier verwerkt worden.
Vul- en spoelplaats op maat kan antwoord bieden
Om puntvervuiling te vermijden kan je je toestel best vullen en spoelen op grond. Bodembacteriën kunnen daar de gewasbeschermingsmiddelen afbreken. Vul of reinig je spuittoestel nooit op een verhard oppervlak nabij een afvoerputje, want zo zouden vermorsingen of reinigingswater met gewasbeschermingsmiddelen rechtstreeks in de gracht of riolering kunnen terechtkomen. Een centrale vul- en spoelplaats is een goed alternatief. Hierbij kan een betonnen ondergrond met afvoer naar een specifiek voorziene opvangput worden ingericht. In serres zijn er hiervoor ook laagdrempelige alternatieven mogelijk. Zo kan een opstelling worden gemaakt met plastic lekbakken waaruit de spoelvloeistof wordt overgepompt naar een daarvoor bestemde plastic container. Opgevangen reinigingswater dient verwerkt te worden. Dat kan extern gebeuren na ophaling door een erkende firma, maar kan ook ter plaatse met een erkend zuiveringssysteem zoals een biofilter of kleine fytobak.
Sensibilisering is belangrijk!
Uiteraard is de wil er vanuit de sector om puntvervuiling zo veel mogelijk te vermijden. Soms kunnen er echter kleine punten zijn waar een bedrijf of een medewerker zelf niet aan gedacht heeft. Daarom blijft sensibilisering belangrijk, en dit voor alle medewerkers die met gewasbeschermingsmiddelen in contact komen. De juiste opleidingen voor medewerkers en sensibilisering op het bedrijf zullen ook bijdragen tot een meer oplettendheid en zorgvuldigheid, en dus minder risico’s op puntvervuiling. Telers kunnen het projectconsortium steeds contacteren om advies in te winnen bij hun verbeterinitiatieven of wanneer ze bereid zijn hun ideeën of goede praktijken te delen met de sector.
Dit onderzoek kadert in het project 'Zet een punt achter puntvervuiling!'