Glastuinbouwbedrijven moeten volgens het Mestdecreet voor hun teelt onder permanente overkapping waar voedingswater wordt toegediend, ten laatste tegen 1 januari 2011 beschikken over een opvang met een opslagcapaciteit voor de spuistroom geproduceerd gedurende 6 maand. Voor de meeste sierteeltbedrijven zal het aangewezen zijn te werken volgens een gesloten teeltsysteem met waterrecirculatie om aan de normen en eisen van het Mestdecreet te kunnen voldoen. De verplichte opvangcapaciteit voor spuistroom is bij recirculatie immers veel kleiner. Bovendien mag de buffertank voor recirculatie als opslagcapaciteit voor spuistroom worden beschouwd.
Door te gaan werken volgens een gesloten teeltsysteem wordt het drainwater opgevangen en hergebruikt, dit levert een belangrijke besparing van water en meststoffen op en vermindert de emissie van nutriënten naar de omgeving. Hergebruik van drainwater brengt ook enkele nadelen met zich mee: het verspreiden van pathogenen met het gietwater en de opstapeling van zouten zijn de belangrijkste problemen. Om een massale verspreiding van deze ziekteverwekkers te voorkomen is het aanbevolen om het recirculatiewater te ontsmetten alvorens het terug als aanmaakwater wordt gebruikt. Pythium en Phytophthora zijn wortelziekten die behoren tot de Oömyceten en kunnen zich in water voortplanten. Ook andere schimmels zoals Fusarium en bacteriën, virussen en nematoden kunnen zich, afhankelijk van de teelt, bij hergebruik van het drainwater verspreiden over het bedrijf. In de praktijk wordt meestal geopteerd voor langzame zandfiltratie of UV-ontsmetting als ontsmettingssysteem.
Om een idee te verkrijgen omtrent de infectiedruk in gietwater en de efficiëntie van de ontsmettingsinstallatie is het aan te raden om regelmatig de aanwezigheid van pathogene micro-organismen na te gaan. Via de biotoets met de Rhododendron-blaadjes kan hun aanwezigheid worden nagegaan. Rhododendron-blaadjes worden in een netje gebracht en gedurende een 4-tal dagen in de waterbassin gelegd. De blaadjes trekken zwemsporen van Phytophthora aan. Deze sporen infecteren de blaadjes en vormen lesies (donkere vlekjes). Indien lesies aanwezig zijn, worden de blaadjes in het labo (ILVO) uitgeplaat op een specifieke voedingsbodem. Als er geen sporen aanwezig zijn van Phytophthora in het water, vertonen de blaadjes een donkerverkleuring (wateropname). Zo krijgt men een idee van de infectiedruk in het water en de efficiëntie van de ontsmettingsinstallatie.
Figuur 1: Schema bladloktoets
Foto 1:Phytophthora citricola
Foto 2: Wateropname (= geen infectiedruk van Phytophthora)
Marijke Dierckx, PCS