In de vleesvee- en kalverhouderij wordt momenteel vooral grondwater en leidingwater gebruikt en in mindere mate hemelwater. Oppervlaktewater en gezuiverd afvalwater vinden amper hun weg naar de vleesvee- en kalverhouderij.
Hemelwater, oppervlaktewater, ondiep grondwater en zelfs drainagewater kunnen in de toekomst intensiever ingezet worden voor verschillende toepassingen. Volgende tabel geeft het verband weer tussen de alternatieve waterbronnen en de inzetbaarheid ervan vanuit milieutechnisch en ecologische oogpunt voor toepassingen in de vleesveehouderij. Dit volgens de huidige stand van zaken met betrekking tot onderzoek en praktijkervaring.
Tabel: voorbeelden van alternatieve waterbronnen in de vleesveehouderij
Processtap |
(Ondiep) grondwater |
Hemelwater |
Oppervlaktewater |
Recuperatiewater |
|
|
|
|
|
Drinkwater en aanmaakwater kunstmelk voor jongvee |
J/Nb |
J/Nb,c |
N |
J/Nb,c,d |
Reinigingswater voor stallen |
N |
J |
J |
Jd |
Reinigingswater voor machines |
N |
J |
J |
Jd |
Spoelwater voor ontijzering en ontkalking |
J |
J |
N |
N |
Bron: Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de veeteeltsector, VITO 2006 en praktijkervaring van de dienst landbouw van de provincie Oost-Vlaanderen 2011)a.
- A: ‘J’ betekent dat de waterbron kan worden ingezet in de overeenkomstige processtap. ’N’ betekent dat de waterbron vanuit milieutechnisch en ecologisch oogpunt niet kan worden ingezet voor de overeenkomstige stap.
- B: Voor zover toegelaten door de geldende kwaliteitseisen en voldaan aan de kwaliteitsnormen.
- C: Anno 2005 zijn er enkele bedrijven die drinkwater inzetten onder strikt hygiënische voorwaarden. Een regelmatige controle van de kwaliteit is aangewezen.
- D: Indien voorhanden: bijvoorbeeld effluent van een percolatierietveld.
Drink- en reinigingswater
Als hemelwater voor zowel drinkwater als reinigingswater gebruikt wordt, is op de meeste melkveebedrijven de hoeveelheid beschikbaar water onvoldoende. In dit geval wordt de grootte van de regenwateropslag hoofdzakelijk bepaald door het beschikbare dakoppervlakte. Aangezien regenwater op de meeste melkveebedrijven niet voldoende is voor de volledige waterbehoefte, blijft een aanvullende waterbron noodzakelijk.
Bij het gebruik van alternatieve waterbronnen is de nodige opslagvoorziening vereist.
Regenwater dat als drinkwater gebruikt wordt, kan het best in een ondergrondse citern opgevangen worden. Bij nieuwbouw is dat relatief eenvoudig aangezien die naast de mestkelder aangelegd kan worden. Bij een bestaande stal is zo’n groot ondergronds regenwaterreservoir echter een kostelijke zaak. Een goedkoper alternatief is dan een open foliebassin of een metalen watersilo.
Alternatieve waterbronnen gebruiken als drinkwater voor het vee kan alleen als de opvang en het gebruik onder gecontroleerde omstandigheden gebeurt. In de praktijk komt dit neer op het volgende: vermijden van een lange stilstand van het water (risico op nitrietvergiftiging), de drinkbakken op de weide geregeld uitspoelen en verversen, de runderen niet laten drinken uit plassen, poelen of beken en het ontsmetten van het water.
Water uit een open put moet meestal een behandeling ondergaan om het bruikbaar te maken als drinkwater voor vee. Vaak voorkomende normoverschrijdingen zijn zwevende stoffen, nitraat- en nitrietdruk, ammoniumdruk en zware bacteriologische belasting. Verhoogde sulfaat en/of zoutdruk kunnen plaatselijk voorkomen.
Enkel een goede watervoerende waterloop komt in aanmerking om een vertrekbasis te vormen om het water op te waarderen tot drinkwater voor vee.
(bron: Praktijkgids Water in de land- en tuinbouw)