Een grondwaterwinning wordt gedefinieerd als alle putten, opvangplaatsen, draineerinrichtingen en over het algemeen alle werken die tot doel of tot gevolg hebben grondwater op te vangen.
Net als bij diepe, artesische grondwaterwinningen is een ondiepe grondwaterwinning vergunningsplichtig en onderworpen aan milieuheffingen. Via de heffingen op grondwaterwinning moedigt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) u aan om spaarzaam om te gaan met grondwater en meer hemelwater te gebruiken. Weliswaar is het vergunningsbeleid minder streng en zijn de heffingsbedragen lager dan voor diepe grondwaterwinningen. Ondiepe grondwaterwinningen worden doorgaans gemakkelijker, voor een ruimere hoeveelheid en voor een langere periode vergund dan diepe artesische waterwinningen.
Grondwaterverbruik tot en met 499 m3 is vrijgesteld van de heffing op de winning van grondwater. Bij de berekeningsmethode van een grondwatergebruik vanaf 500 m³ per 3/jaar wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- Grondwater opgepompt uit een freatisch watervoerende laag tot en met 30.000 m3/jaar;
- Grondwater opgepompt uit een afgesloten watervoerende laag (watervoerende laag onder kleilaag) of een totaal watergebruik groter dan 30.000 m3/jaar.
De berekeningsformules voor de heffing op de winning van grondwater kunt u raadplegen op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Omwille van de verdrogingsverschijnselen bij bepaalde grondwatervoerende lagen, worden er steeds meer maatregelen genomen om het grondwaterverbruik te verminderen. Sinds enkele jaren wordt de heffing gerelateerd met de kwetsbaarheid van een grondwatervoerende laag. Door het instellen van een zogenaamde waterlaagfactor en een gebiedsfactor worden de meest bedreigende grondwaterlagen en regio’s beschermd door een hogere heffing te rekenen.
Debietmeter
Vanaf 1 januari 2010 moet elke grondwaterwinning beschikken over een verzegelde debietmeter. Enkel onderstaande grondwaterwinningen vallen niet onder deze verplichting:
- Grondwaterwinningen <500 m3/jaar uitsluitend voor huishoudelijk verbruik;
- Draineringen die noodzakelijk zijn om het gebruik en/of de exploitatie van bouw- en weilanden mogelijk te maken of te houden;
- Voor grondwaterwinningen met een handpomp;
- Indien de huidige grondwatervergunning nog vergund is volgens het ‘grondwaterdecreet’ i.p.v. VLAREM;
- Voor de meeste grondwaterwinningen is deze verplichting al sinds 1 juli 1997 van kracht;
- Sinds 2010 is ook een debietmeter verplicht voor irrigatie in open lucht en winningen < 500 m3/jaar.
Sinds 1 januari 2012 geldt deze verplichte debietmeter ook voor mobiele pompen. Telkens wanneer je die mobiele pomp verplaatst, moet de tellerstand genoteerd worden in een logboek. Zo’n logboek is niet verplicht voor mobiele pompen waarmee enkel grondwater wordt opgepompt uit eenzelfde watervoerende laag binnen dezelfde vergunning.
Is er geen debietmeter, dan kan de VMM een administratieve boete opleggen, die afhankelijk is van het vergunde volume of de pompcapaciteit.
De debietmeter moet verzegeld zijn, ook bij kleinere hoeveelheden grondwater dan 500 m3. Indien de debietmeter in gebruik is voor 1/1/2004, komt een verzegelaar van VMM langs. Indien de debietmeter in gebruik is na 1/1/2004, dient de verzegeling te gebeuren door de leverancier, installateur of erkende deskundige. Bij verbreken van de verzegeling dient dit onmiddellijk schriftelijk melden met behulp van het meldingsformulier aan de VMM-buitendienst waar je dossier wordt behandeld.
Download het meldingsformulier

Foto: verzegelde debietmeter
Een ijkings- en eenvormigheidsattest dient door de leverancier afgeleverd te worden. De ijking dient te gebeuren om de 8 of 16 jaar, afhankelijk of het nominale debiet hoger of lager is dan 10 m3/u. De ijking gebeurt door een daartoe gemachtigde ijkingsinstelling.
De exploitant houdt van elke ijking een attest bij dat op verzoek kan worden voorgelegd.
Elke meter die om welke reden ook (nazicht, ijking, …) weggenomen wordt, wordt zo spoedig mogelijk vervangen. Het wegnemen en vervangen van de debietmeter moet gemeld worden aan de milieuinspectie en VMM. De stand van de meter wordt bij het wegnemen en terugplaatsen genoteerd in een register. Debietmeters — Vlaamse Milieumaatschappij
De stand van iedere debietmeter wordt genoteerd in een register op de laatste kalenderdag van elk jaar waarin grondwater werd opgepompt en telkens wanneer de debietmeter verwijderd of herplaatst wordt.Indien het water gewonnen wordt in de provincie Oost-Vlaanderen gelden bijkomend ook de Bijzondere voorwaarden grondwaterwinning, dat vraagt om maandelijks de stand van de debietmeters te noteren in een register.
Let wel: hemelwater opgevangen in een open put wordt door de wetgever als een grondwaterwinning beschouwd. Hiervoor heeft u een vergunning nodig en het opgepompte debiet moet door een teller gemeten worden. Bij de wateraangifte aan de Vlaamse Milieumaatschappij mag evenwel 800 l/m2 verharding die afstroomt naar de open put afgetrokken worden van de gemeten hoeveelheid. Op die manier hoeft u dan ook geen grondwaterheffing te betalen op het gedeelte hemelwater dat opgevangen wordt in de open put.
Peilbuis en peilmetingen
In iedere grondwaterwinning die vergunningsplichtig en dus ook heffingsplichtig (>500 m3/jaar) is, moet het peil (in rust als in werking) steeds gemeten kunnen worden. In Vlarem II wordt vermeld dat maandelijkse peilmetingen pas verplicht zijn vanaf een vergund volume van >30.000 m3/jaar. Indien er meer dan 30.000 m3 water per jaar opgepompt wordt, dient een peilput met peilbuizen geïnstalleerd te worden. Gedurende ten minste 2 maanden voorafgaand aan het oppompen van grondwater moeten wekelijkse peilmetingen worden uitgevoerd in de peilputten. Alvorens met het oppompen van grondwater te starten, moet het grondwater geanalyseerd te worden door een erkend labo. Deze analyse moet jaarlijks herhaald worden. Het grondwaterpeil dient maandelijks gemeten te worden. Deze gegevens moeten worden bijgehouden in een register.
In de provincie Oost-Vlaanderen geldt bijkomstig de Bijzondere voorwaarden grondwaterwinning, dat eist dat indien de winning meer dan 30.000 m3/jaar bedraagt, dient er in elke winningsput maandelijks het peil ‘in werking’ en ‘in rust’ te worden opgemeten, alsook de duur van de rusttijd.
Deze gegevens worden genoteerd in een register en gerapporteerd via het Integraal Milieu Jaarverslag (IMJV) vóór 15 maart.
Melding ingebruikname of stopzetting grondwaterwinning
Als u een eigen waterwinning in gebruik neemt of buiten gebruik stelt, moet u dit steeds binnen de twee maanden schriftelijk melden aan de buitendiensten van de dienst Grondwater van de Afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
Een aan- of afmelding is van groot belang voor de bepaling van de heffing. Het meldingsformulier voor deze ingebruikneming of buitengebruikstelling kunt u downloaden op de website van de VMM. De VMM brengt de vergunningverlenende overheid die de milieuvergunning voor de grondwaterwinning heeft afgeleverd, op de hoogte van de buitengebruikstelling.
Voor actuele informatie kan de website van de Vlaamse Milieumaatschappij geraadpleegd worden.