Ondertussen is het seizoen gestart en het is opvallend hoe weinig neer-slag de voorbije weken en maanden brachten. De klimaatverandering lijkt zich, zoals voorspeld, te uiten in periodes van langere droogte afgewisseld met momenten van overvloedige regenval. Als dit bewaarheid wordt, is de noodzaak tot beregening groot. Maar zelfs zonder rampenscenario is investeren in beregening een slimme zet.
Zelfs in een “normaal” jaar is er altijd wel een periode waarin het gewas meer water nodig heeft voor een optimale groei dan wat de bodem kan aanleveren. Uiteraard zijn er aanzienlijke verschillen al naargelang de droogtegevoeligheid van het geteelde ras of het waterleverend vermogen van een perceel (als resultaat van grond-soort, organische stofgehalte, …), maar proefveldonderzoek van de Bodemkundige Dienst van België in de jaren ’90 toonde aan dat gemiddeld 2,3 ton/ha meeropbrengst per beregeningsbeurt mocht verwacht worden.
Voor bewaaraardappelen zijn over een volledig teeltseizoen 4 tot 10 beregeningsbeurten te adviseren, o.a. afhankelijk van het weer en de grondsoort. Jaar na jaar mogen m.a.w. duidelijke meeropbrengsten verwacht worden. Overigens vertaalt beregening zich niet alleen in een hogere opbrengst. Irrigatie komt ook de uniformiteit van de knollen ten goede. Beregening draagt in hete periodes ook bij tot een lagere temperatuur in de rug en beperkt op die manier het risico op doorwas.
Verzekering
Elke investering moet terugverdiend kunnen worden. Dat geldt ook voor een investering in een beregeningsinstallatie. Maar irrigatie geldt ook als een vorm van verzekering. Irrigatie verzekert dat droogte er niet voor zorgt dat je als teler niet aan je contract kan voldoen. Beregening verzekert eveneens dat droogte er niet voor zorgt dat je niet onder goede omstandingheden kan rooien. Door een verlaagd risico op rooibeschadiging en stootblauw, maar ook door een verlaagd risico op doorwas, betekent beregening ook een verzekering tegen kwaliteitsproblemen.
Fertigatie
In 2014 lag er op PCA een proef aan die vergelijking maakte tussen een teelt zonder watervoorziening, irrigatie via druppelbevloeiing en fertigatie (= meststoffen meegegeven met de druppelbevloeiing). Opbrengst en onderwatergewicht waren in deze proef niet significant verschillend voor irrigatie via druppelbevloeiing ten opzichte van een teelt zonder watervoorziening. Via fertigatie werd er een significant hogere opbrengst en een significant hoger onderwatergewicht bekomen.
Vijf voor twaaf
Bij een investering in een beregeningsinstallatie of in druppelbevloeiing komt één en ander kijken. Het boren van een put vergt een vergunning en de aanvraag en het bekomen van deze vergunning vragen tijd. Idealiter start een dergelijk traject in het najaar. Maar de investering in watergift is een afweging die men toch over meerdere jaren moet maken. Elk moment van het jaar is met andere woorden goed om een aankoop te overwegen. Wie echter zeker wil kunnen beregenen gedurende deze zomer kan best zo spoedig mogelijk contact opnemen met een leverancier.
Bij wijze van voorbeeld kan men een bedrijf nemen dat 45 ha wenst te beregenen. Wanneer men kiest
voor een installatie met een pomp en een haspel van 100 m3, een put-boring en de nodige leidingen
en beveiliging, mag men rekenen op een investering van om en bij € 90.000 of grofweg € 2000 per ha.
Voor een kleinere oppervlakte ligt de investeringskost per ha niet noodzakelijk veel hoger. Bij een
gemiddelde jaarlijkse meeropbrengst van 5 ton per ha à € 120 per ton contractprijs is de
terugverdientijd aanvaardbaar, zelfs indien de arbeid om de haspel te verplaatsen, de kost voor het
water en de (lage) rente mee verrekend worden.
|
Meer info?
PCA vzw