Je kan water, moeite en kosten besparen met druppelirrigatie. Afhankelijk van het weer en de teelt behaal je een betere opbrengst dan met de haspel. In droge jaren loont het zeker om erin te investeren. Druppelirrigatie is dan niet alleen goedkoper, het geeft ook meer gemoedsrust in vergelijking met beregenen met de haspel.
Om de tuinbouwsector klaar te stomen voor drogere zomers, hebben we in verschillende teelten druppelirrigatie uitgetest. Het doel: de mogelijke waterbesparing onderzoeken en het financiële plaatje maken. Van druppelirrigatie wordt immers gezegd dat je er water mee kan besparen. In het DRIP-project namen we de proef op de som. Onder verschillende irrigatieregimes hebben we de teelten vergeleken qua opbrengst en kwaliteit. Twee droge en twee natte jaren zorgden voor veel variatie en een wisselend succes.
Terugblik op de resultaten
Afhankelijk van het gewas, het tijdstip van droogte en het irrigatieregime verkregen we verschillende resultaten. Hieronder volgt een korte samenvatting van de proefresultaten op het PCG, het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) en het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant. Je kan de details van de voorgaande jaren in eerdere artikels terugvinden.
In 2020 behaalde het PCG in zomerprei met 30% minder water een gelijke opbrengst bij druppelslangen in vergelijking met bovenberegening. De kwaliteit van deze oogst lag wel lager. Op het PSKW zag je weinig verschil tussen de objecten in de herfstprei. Bij de bloemkolen was wel een hogere kwaliteit op te merken bij de druppelirrigatie. In de forcerie van witloof op het Praktijkpunt Landbouw was er een goede kropopbrengst bij de wortels die niet werden geïrrigeerd, tegen de verwachtingen in.
Het natte 2021 gaf in de prei geen verschillen qua opbrengst tussen de irrigatiemethoden. Voor witloof bleek bovenberegening bij opkomst beter, na de rooi waren er geen significante verschillen in de wortels tussen druppel- en bovenberegening. Op het PSKW haalde de venkel een hogere kwaliteit bij druppelberegening. In de groene selder was de kwaliteit beter bij bovenberegening.
2022 bracht ons een droog jaar. In de herfstprei waren er geen significante opbrengstverschillen tussen bovenberegening, druppelirrigatie en geen irrigatie. De niet geïrrigeerde prei leek na de zomer een inhaalbeweging te maken. Voor witloof was er nu geen verschil tussen opkomstberegening met sprinklers of druppelslangen. De behandelingen met alleen irrigatie bij de opkomst en dan voornamelijk de beregening leken het slechter te doen wat betreft opbrengst en kwaliteit ten opzichte van de behandelingen zonder irrigatie en irrigatie gedurende het hele seizoen. Bij witloof stellen veel telers zich de vraag of het loont om ook na de opkomst te irrigeren. Witloof kan immers goed tegen droogte door zijn diepe penwortel. In 2022 zagen we een toename van de worteldiameter/gewicht die zich vertaalde in een hogere wortelopbrengst (+ 1 kg/m²) door te irrigeren na de opkomst.
Zelfs in het nattere jaar 2023 zagen we een stijging in de wortelopbrengst (+ 0,36 kg/m²) bij witloof, al was deze toename niet significant. Op het PSKW lag alleen een selderproef aan, waarin er geen verschil te zien was tussen boven- en druppelberegening. Hoewel de droge en warme periode voor de oogst veel risico op zwarte harten veroorzaakte, waren deze bij de 100% en 155% beregende objecten nagenoeg afwezig. Bij de niet beregende en de 50%-tussen-de-rij-beregende objecten was ongeveer de helft aangetast. In de preiproef op het PCG was er ook geen verschil tussen boven- en druppelberegening.
Druppelirrigatie kan met minder water
Welke techniek is nu het beste? Uit onze resultaten blijkt dit teelt-, plaats- en weerspecifiek te zijn. Irrigatie is sowieso beter voor de gewassen dan geen irrigatie. Maar tussen bovenberegening en druppelirrigatie is er niet altijd een duidelijk verschil. In vele gevallen ben je alleen tijdens een droog jaar beter af met druppelirrigatie dan met bovenberegening. In zulke jaren behaal je minstens eenzelfde opbrengst en kwaliteit met druppelirrigatie in vergelijking met bovenberegening. Tijdens natte jaren is er geen verschil. Maar dat is niet steevast in elke teelt het geval.
Een belangrijke factor bij irrigatie is de hoeveelheid beschikbaar water. Bij beperkte beschikbaarheid van water zal je het irrigatieadvies niet altijd kunnen volgen. In sommige teelten is het toch mogelijk om minder water te gebruiken voor eenzelfde opbrengst als je druppelirrigatie toepast. Bij selder, herfstprei, venkel en bloemkool was dit het geval. De zomerprei had dan weer meer baat bij bovenberegening in ons onderzoek.
Druppelirrigatie vanaf 150 l/m² goedkoper dan haspelberegening
uiteraard is het kostenplaatje van druppelirrigatie van groot belang in de overweging dit al dan niet toe te passen op je bedrijf. De rendabiliteit van druppelirrigatie is afhankelijk van veel factoren. Zo spelen het beregend oppervlak en de afschrijfperiode een belangrijke rol. We hebben om die reden meerdere kostprijsberekeningen gedaan. De berekeningen tonen aan dat druppelirrigatie rendabel kan zijn vanaf een irrigatiegift van 150 l/m² gedurende een teeltseizoen, wanneer dit vergeleken wordt met haspelberegening. Vanaf 200 l/m² is druppelirrigatie in alle scenario’s goedkoper dan haspelberegening. In bovenstaande beschreven irrigatieproeven werd alleen in 2022 meer dan 200 l/m² geïrrigeerd. Maar uiteraard is de kostprijsberekening en irrigatiebehoefte bedrijfsafhankelijk. De berekeningen zijn gedaan aan de hand van de beregeningstool (https://beregeningstool. pcgroenteteelt.be), waar elke teler voor zijn situatie de kostprijs van druppelirrigatie kan berekenen. In deze tool is de theoretische netto-winst door irrigatie berekend voor een preiproef in 2022. De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de meeropbrengst door irrigatie in deze proef, verminderd met de kosten voor irrigatie. In deze proef zijn gelijkaardige hoeveelheden beregend met druppelirrigatie (226 l/m²) en bovenberegening (205 l/m²). De druppelirrigatie in prei kwam daarbij uit op een theoretische netto-winst door irrigatie van 1.213 €/ha, met bovenberegening was dat slechts 438 €/ha. Deze hogere winsten voor druppelirrigatie zijn voornamelijk te verklaren door de lagere energiekosten, wat druppelirrigatie bij een hoger toegediende waterhoeveelheid sneller rendabel maakt.
Deze irrigatiehoeveelheden zullen niet nodig zijn in een natter seizoen, waardoor druppelirrigatie in zo’n jaar minder rendabel is. Ook is het voor veel telers niet haalbaar om zulke hoeveelheden te beregenen vanwege de waterbeschikbaarheid. Ook in teelten zoals witloof waar telers vaak alleen tijdens de opkomst irrigeren, worden deze irrigatiehoeveelheden niet bereikt zodat haspelberegening hier rendabeler is dan druppelirrigatie.
Toch zijn er percelen die moeilijker met de haspel te beregenen zijn, door bijvoorbeeld een waterbron met laag debiet, waar druppelirrigatie ook met kleinere toegediende waterhoeveelheden rendabel is. Uiteraard valt in het voorjaar niet te voorspellen of het rendabel is om in druppelirrigatie te investeren, maar door de toename in lange periodes van droogte en de grote meerwaarde van druppelirrigatie in een droog jaar, kan dit gespreid over meerdere jaren positief uitpakken.
Druppelslangen leggen doe je zo
Hoewel druppelslangen in een nat jaar niet veel worden gebruikt, loont het in een droog jaar zeker om ze aan te leggen. Voordat je naar een handelaar stapt moet je het aantal rijen, de lengte van de rijen en de plantafstand in de rij weten. Deze zijn bepalend om het type slang, de hoeveelheid en het extra aansluitmateriaal in te schatten. Bij kleine plantafstanden of gezaaide teelten liggen de emitters liefst dicht bij elkaar. Voor hellende percelen bestaan er drukgecompenseerde slangen. De handelaar kan je helpen om de juiste materialen te kiezen. Vergeet zeker geen filter te voorzien om verstoppingen in de slangen te voorkomen.
Bij de aanleg moet je rekening houden met het type gewas dat je teelt en de bodembewerkingen die je gaat uitvoeren. Je legt de druppelslangen best enkele centimeter in de grond om invloed van wind en wildschade te voorkomen. Let wel, hoe dieper je de slangen in de grond legt, hoe moeilijker ze terug te verwijderen zijn, zeker bij de dunnere types. Er zijn toestellen beschikbaar of eenvoudig te bouwen om slangen te leggen in dezelfde werkgang als het zaaien/planten/ruggen trekken. Wanneer je de slangen aanlegt hou je best rekening met wat extra arbeid: rollen vervangen, slangen aansluiten, de machine instellen, de druk instellen ... Ook is het aangeraden heel het systeem te laten vollopen opdat de slangen ondergronds kunnen zwellen en hun plaats innemen. Ervaring leert dat dit achteraf moeilijker is, zeker bij diepere slangen.
|
|
|
Foto: In bloemkool legden we de druppelslangen
10 cm onder het oppervlak om wildschade te
voorkomen en schoffelen mogelijk te houden. |
|
Foto: Tijdens het planten van de prei werden
de druppelslangen mee in de rug getrokken. |
Tijdens het teeltseizoen is er, buiten eventueel filters vervangen, geen onderhoud vereist. Moest er toch een lek ontstaan, kan je dat snel en eenvoudig repareren met een koppelstuk. Na de teelt kan je de slangen oprollen met een oprolmachine voor doeken of kan je op zoek naar oprollers die op je rooimachine passen. In ui bestaat dit al. Hou er rekening mee dat dunnere slangen makkelijker breken tijdens het oprollen. Hoewel in het buitenland al recyclagesystemen bestaan, is dit in onze contreien nog niet het geval en zal je de gebruikte slangen moeten afvoeren als afval. We verwachten dat dit op termijn zal veranderen, zeker als het gebruik van druppelslangen toeneemt.
Verschenen in Proeftuinnieuws op 26 januari 2024
S. Bombeke Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
A. Waverijn PCG, Kruishoutem
E. Matthyssen Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant, Herent
Samenwerking
Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het LA-traject DRIP ‘Datagedreven regeling van druppelirrigatie voor een duurzame productie in de tuinbouw’, met steun van het Agentschap Innoveren & Ondernemen.